Het Alma Quartet werd opgericht in 2014 en werd al snel bekend als een van de spannendste ensembles van Nederland. De internationale pers kwam superlatieven te kort toen het kwartet, samengesteld uit leden van het Koninklijk Concertgebouw Orkest, in 2017 hun debuut-cd uitbracht met de complete kwartetten van de Tsjech Erwin Schulhoff. Ook live doen ze hun reputatie eer aan. Het kwartet speelt op de grote Europese podia zoals het Concertgebouw in Amsterdam en de Elbphilharmonie Hamburg. Maar zij bezoeken net zo graag clubs en zalen waar klassieke muziek doorgaans niet de boventoon voert, zoals Paradiso en het Bimhuis in Amsterdam. MUSICI Marc Daniel van Biemen (viool)
Joseph Haydn – Strijkkwartet op. 33 nr. 5 Dmitri Sjostakovitsj – Strijkkwartet nr. 3 op. 73 Franz Schubert – Der Tod und das Mädchen, Strijkkwartet Nr. 14 in d-klein, D 810
|
|
Alma Quartet brengt eerbetoon aan de grote meesters
Recensie in Haarlems Dagblad van 24 februari 2020 Alma Quartet. Werken van Haydn, Sjostakovitsj en Schubert. Gehoord: zondag 23 februari, Muzenforum Bloemendaal. Het lijkt weinig verrassend, Haydn, Sjostakovitsj en Schuberts Der Tod und das Mädchen. Maar het Alma Quartet verrast wel degelijk. De nuances in het spel, de ragfijne structuren, de flexibele precisie in ritmiek en dynamiek, de loepzuivere intonatie maken van elk kwartet een gloednieuwe luisterervaring. Natuurlijk, van Haydn en Schubert krijg je nooit genoeg. En dat lijkt precies het uitgangspunt van het Almakwartet. De musici betonen eer aan de grote meesters door hun muziek met zorg en liefde uit te voeren op een wijze die elk detail, elke laag, iedere betekenis uit de verf laat komen. Het is hun interpretatie, maar het blijft de muziek van Schubert en Haydn. Hoe fris is Haydns opus 33 nr 5. Precies de juiste tempi, een mooie balans tussen melodiestem en begeleiding. Dit vrolijke werk klinkt als een conversatie tussen goede vrienden die elkaar mild de maat nemen. Elegantie zonder tuttigheid in het tweede deel, een scherzo vol spitsvondigheden die nooit gekunsteld klinken. Van Biemen is een meester in de virtuoze omspelingen. Die krijgen alle aandacht die ze verdienen maar klinken bijna onnadrukkelijk en overheersen nooit de melodie in de andere stemmen. Het hele kwartet speelt met een gemak dat technische perfectie verraadt en een inzet die hun liefde voor muziek overdraagt. De pizzicati van cellist Peigné in het tweede deel zijn rond als de kralen van een gebedssnoer. Schubert wordt zo een adembenemend emotionele ervaring. En dat geldt zeker voor Sjostakovitsj nummer 3. Dat schitterende strijkkwartet kent een gelaagdheid die door het Alma Quartet feilloos wordt blootgelegd. Vooral de intieme passages krijgen een enorme intensiteit door het prachtige pianissimospel. Dynamische krachtpatserij is niet nodig, de felle tegenstellingen in dit werk komen dankzij precieze accenten en goed gemarkeerde verschillen in karakter en speelwijze volkomen tot hun recht. Misschien kan de inzet van de altviool in het tweede deel nog rauwer, wellicht mag het vioolspel meer schuren in het derde deel. Dat is een kwestie van interpretatie, misschien van smaak. Maar altviolist Woudstra is geniaal in de groteske parodie op een vrolijk deuntje dat dit deel kenmerkt. Peled is een uitstekende tweede viool, solistisch waar nodig en virtuoos in de vele lastige begeleidingsfiguren. Het slot, ijle fluittonen boven een uitermate zacht statisch akkoord, is een uitgesponnen overgave aan de ultieme stilte die lang wordt vastgehouden. Eigenlijk moet het daar eindigen. Ynske Gunning |