Onderste 4 foto’s  Joris Funcke

 

Het Dudok Quartet Amsterdam, opgericht in 2009, is uitgegroeid tot een van de meest veelzijdige en aansprekende Nederlandse strijkkwartetten van dit moment. Voor het Dudok Quartet bestaat er geen oude of nieuwe muziek: alle muziek is van nu. Het kwartet speelt muziek die ontroert, ontregelt en een onuitwisbare indruk maakt.

Inmiddels is hun naam niet alleen in Nederland, maar ook verder in Europa en de Verenigde Staten gevestigd. Internationaal gooit het viertal hoge ogen door hun originele programmering en bevlogen spel. Het kwartet won meerdere prijzen op nationale en internationale muziekwedstrijden waaronder in 2014 de prestigieuze Kersjesprijs.

De CD’s van het kwartet krijgen veel waardering. Hun eerste CD  “Métamorphoses” kwam uit in 2015 en oogstte veel lof. Het album werd bekroond met een “Editor’s Choice” in het blad Gramophone en The Guardian roemde het kwartet om zijn “lenige, levendige klank en alerte opmerkzaamheid voor structuur en details”.

De leden van het Dudok Quartet Amsterdam leerden elkaar kennen in het Ricciotti Ensemble en studeerden bij de leden van het Alban Berg Quartett aan de Hochschule für Musik in Keulen en vervolgens aan de Nederlandse Strijkkwartet Academie bij Marc Danel. De musici spelen op instrumenten die ze in bruikleen hebben van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF). Violen van Francesco Goffriller en Vincenzo Panormo, een altviool van Max Möller en een cello van Jean-Baptiste Vuillaume.

Het Dudok Quartet Amsterdam is vernoemd naar architect en muziekliefhebber Willem Marinus Dudok (1884-1974): “Ik voel diep de gemeenschappelijke basis van de muziek en de architectuur: ze ontlenen immers beide haar waarde aan de juiste maatverhoudingen.”

PROGRAMMA
G. Gabrieli Sonata XXI con tre violini Ch.214
G. da PalestrinaAve Maria a 4
H. Schütz Also hat Gott die Welt geliebt SWV 380
J.S. Bach Liebster Jesu, wir sind hier BWV 731
J. Brahms Herzliebster Jesu Opus 122 No. 2
J. Brahms Strijkkwartet Nr. 3 Op. 67
Vivace
Andante
Agitato (Allegretto non troppo) - Trio - Coda
Poco Allegretto con Variazion

Giovanni Gabrieli (ca. 1555 – 1612) was een componist, organist en priester uit Venetië. Hij geldt als de grootste Venetiaanse componist uit de late Renaissance. Hij is een van de belangrijkste musici uit zijn tijd en een schoolvoorbeeld van de veranderde “Zeitgeist” die het begin inluidde van een nieuw tijdperk: de Barok. Hij componeerde talrijke geestelijke en wereldlijke werken. Hij was de eerste die sonates schreef voor een instrumentaal ensemble.

Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525 – 1594) was de centrale componist in het Rome van de zestiende eeuw. Hij heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de katholieke kerkmuziek. Zijn oeuvre dwingt respect af met ruim honderd missen, driehonderd motetten en nog vele andere, meestal religieuze werken. Zijn muziek is altijd beschouwd als een hoogtepunt in de renaissancemuziek.

Heinrich Schütz (1585 – 1672) was een Duitse componist, ensembleleider en organist. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste luthers-protestantse componist voor Johann Sebastian Bach. Net als Bach was hij zeer breed ontwikkeld en componeerde hij in de meest uiteenlopende stijlen. Schütz werd 87 jaar oud en overleefde zowel zijn vrouw als zijn twee dochters. In zijn lange leven heeft Schütz ongeveer 500 werken gecomponeerd.

Johann Sebastian Bach (1685-1750) was een Duitse componist en organist. Hij ontbreekt op geen enkel lijstje van topcomponisten. Zijn werk behoort tot de hoogtepunten van de barok. “Liebster Jesu, wir sind hier” is een vroeg werk van Bach dat hij voor orgel schreef. Het koraal waarop Bach dit stuk baseerde, hoort bij Pinksteren.

Johannes Brahms (1833 – 1897) was een Duitse componist, dirigent, organist en pianist. Hij is een van de grootste componisten van de negentiende eeuw. Johannes Brahms  schreef tijdens de laatste zomer van zijn leven  de “Elf Chorale Preludes, Opus 122”. Biografen zijn het erover eens dat hij ze heeft gecomponeerd ter nagedachtenis aan zijn dierbaarste en trouwste vriendin Clara Schumann.

Dudok Quartet Amsterdam sluit het concert af met Strijkkwartet Nr. 3 Op. 67. Brahms schreef zijn Derde Strijkkwartet in de zomer van 1875 en droeg het op aan Professor Theodor Engelmann, een amateurcellist. Het ironische is dat dit kwartet geen enkele solo voor de cello bevat. In het derde deel, de Agitato, wordt de melodie voornamelijk gespeeld door de altviool in plaats van door de cello.

 
Wonderschoon Dudok Quartet Amsterdam in Muzenforum Bloemendaal

Recensie in Haarlems Dagblad van 28 september 2020

Dudok Quartet Amsterdam. Werk van Gabrieli, Palestrina, Schütz, Bach, Brahms.

Gehoord: zondag 27 september, Muzenforum Bloemendaal.

Wat een feest, het Dudok Quartet Amsterdam in levenden lijve in het Muzenforum in Bloemendaal. Met een origineel programma, een interessant experiment en bovenal hun inspirerende muzikaliteit weten ze opnieuw te verrassen.

Het draait om Brahms. Brahms besefte dat hij op de schouders van reuzen stond aan wie hij schatplichtig was. Hij worstelde met die erfenis en de hooggespannen verwachtingen maar slaagde erin vanuit de traditie te bouwen aan een eigen idioom. Een goed idee dus om zijn derde strijkkwartet in te leiden met muziek van Gabrieli, Palestrina, Schütz en Bach.

Als overgang klinkt een eigen bewerking van een orgelkoraal van Brahms dat is geïnspireerd op Bach. Daarmee plaatst het Dudok Kwartet zich zelf ook in een traditie. Het was immers gebruikelijk dat muziekstukken werden bewerkt voor verschillende bezettingen. Wie en wat er voorhanden was, werd gebruikt. Niet gek dus om met vier strijkers Gabrieli’s Sonata XXI con tre violini te spelen.

Marleen Wester blijft met haar versie dicht bij het origineel en maakt goed gebruik van de toegevoegde cello. Het is een serene en toch opgewekte intrada met een karakteristieke barokklank doordat er op darmsnaren en met barokstokken wordt gespeeld. Prachtig zijn de lange tonen die in intensiteit toenemen en worden afgerond met een licht, versierend vibrato.

De speelse, virtuoze versieringen vallen met superieure vanzelfsprekendheid op hun plaats. Dit spel is kenmerkend voor het Dudok Kwartet. Concentratie, intensief samenspel, verzorgde details die de grote lijnen des te beter doen uitkomen.

Pure muziek, mogelijk gemaakt door technisch meesterschap en grote toewijding. Experimenteren met andere snaren, andere stokken, past bij de drang om te ontdekken hoe het heden aansluit op het verleden. Palestrina’s Ave Maria ontroert door het intieme samenspel. Schütz is zo mooi eerbiedig en tegelijkertijd dansant.

Het ’Liebster Jesu, wir sind hier’ van Bach is adembenemend mooi. Brahms laat in zijn Herzliebster Jesu voor orgel zijn bewondering voor Bach horen, terwijl hij er onmiskenbaar zijn eigen muziek van maakt. De bewerking ervan voor vier strijkers klinkt volmaakt natuurlijk. Met moderne strijkstokken blijkt het ook goed spelen op darmsnaren.

Meer geluid maar nog altijd die milde, wat neuzige klank. Zo klonk het in Brahms’ tijd ook. Zonder het stevige volume van kunstofsnaren lijkt zijn muziek minder geëxalteerd en komen de complexe structuur en harmonieën eigenlijk beter tot hun recht. Het liefst was ik gebleven om dit programma nog een keer te horen.

Ynske Gunning