Lucie Horsch – 26 januari 2020

De 20-jarige blokfluitiste Lucie Horsch is één van de grootste muzikale talenten van haar generatie en een veelgevraagd solist in binnen- en buitenland; ze is de internationale sensatie van de blokfluitwereld. Ze treedt op met zowel barokensembles als moderne orkesten. Als 9-jarige speelde zij al op het Kinderprinsengrachtconcert, in 2013 won zij het Prinses Christina Concours en in 2016 kreeg zij de Concertgebouw Young Talent Award uitgereikt. Haar eerste cd met werken van Antonio Vivaldi werd overal juichend ontvangen; zij ontving er in 2018 de Edison Klassiek Award voor. In februari 2019 verscheen haar tweede album, Baroque Journey, dat werd bekroond met de prestigieuze Opus Klassik Award. Zij speelt op dit album met The Academy of Ancient Music.

Alexandra Nepomnyashchaya
Lucie wordt op klavecimbel begeleid door Alexandra Nepomnyashchaya. Alexandra kreeg haar opleiding in Moskou en studeerde in 2013 af aan het Conservatorium van Amsterdam. Zij won onder andere de eerste prijs op het Klavecimbel Concours van Sint-Petersburg en het Volkonsky Internationaal Klavecimbel Concours in Moskou. Twee jonge toppers dus, die beiden al internationaal carrière hebben gemaakt.

Barok
Het programma bevat uitsluitend muziek uit de barok, de periode van ca. 1600 tot 1750. Stijlperiodes zijn nooit strikt afgebakend, maar de hoogtijdagen van Monteverdi en het sterfjaar van Johann Sebastian Bach worden meestal gezien als respectievelijk het begin en het einde van de barok. De barok volgde op de renaissance. Muziek weerspiegelde steeds sterker menselijke stemmingen en behoeftes. Barokmuziek wordt onder meer gekenmerkt door rijkversierde melodielijnen en complexere meerstemmigheid. Componisten legden zich meer toe op het uitbeelden van specifieke gevoelens. Blokfluit en klavecimbel zijn instrumenten die wij vooral associëren met de barok. Dat is geen toeval. Deze instrumenten zijn niet ontworpen voor de grote concertzalen: op zowel blokfluit als klavecimbel zijn de mogelijkheden om hard te spelen beperkt en de muziek ontwikkelde zich later juist meer in de richting van dynamische contrasten.

 Georg Philipp Telemann (1681 –1767)
Telemann was een Duits barokcomponist, dirigent en organist. Met ruim 3000 werken is hij vermoedelijk de meest productieve componist in de geschiedenis. Hij was een tijdgenoot van Johann Sebastian Bach, maar werd tijdens zijn leven als een veel belangrijker componist gezien. Hoewel de muziek van Telemann voornamelijk voldeed aan de smaak van die tijd, experimenteerde hij ook om de starre Duitse muziek te verrijken.

Dario Castello (ca. 1590-1644)
Dario Castello was een Italiaanse componist en instrumentalist uit de vroege barokperiode. Hij werkte in Venetië als concertmeester in de San Marco-basiliek. Er is niet veel bekend over Castello, zelfs over zijn precieze geboorte- en sterfdatum is men niet zeker. Van Castello's werk zijn 29 composities bewaard gebleven, die zich kenmerken door de inventieve en technisch uitdagende componeerstijl.

Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Johann Sebastian Bach werd in 1685 in Eisenach geboren in een uiterst muzikaal milieu. Tijdens zijn leven maakte hij meer furore als organist dan als componist. Tegenwoordig ontbreekt hij op geen enkel lijstje met topcomponisten. Als kapelmeester en cantor schreef hij aan de lopende band missen, cantates en andere gelegenheidswerken. Veel ervan zijn niet bewaard gebleven, maar meer dan 1100 stukken wel. Samen vormden ze een revolutie in de muziekgeschiedenis, die eeuwen later nog naklinkt.

Georg Friedrich Händel (1685-1759)
Händel, Engels componist van Duitse afkomst, was een muzikaal wonderkind dat al vroeg faam genoot als organist. In 1701 kwam zelfs Telemann naar hem luisteren. In 1710 kreeg Händel de functie van hofcomponist aan het groothertogelijk hof te Hannover. Toen het Huis Hannover op de Engelse troon kwam, ging hij mee naar Engeland, waar hij tot zijn dood zou blijven; hij kreeg in 1727 de Engelse nationaliteit. Händel bewerkstelligde een unieke synthese tussen de Duitse instrumentale en de Italiaanse operastijl en blies nieuw leven in de Engelse muziek. Hij heeft een zeer gevarieerd en uitgebreid muzikaal oeuvre achtergelaten.

Joseph Bodin de Boismortier (1689 -1755)
Joseph Bodin de Boismortier was een Frans barokke componist van instrumentale muziek, cantates, operaballetten en vocale muziek. Zijn muziek was tijdens zijn leven heel populair. Hij componeerde het merendeel van zijn werken voor de fluit, die samen met de klavecimbel tot de favoriete instrumenten van de 18e eeuw behoorde. Door zijn werken zelf uit te geven vergaarde de componist een klein fortuin.

Jacques Martin Hotteterre (1674-1761)
Jacques Martin Hotteterre was een Frans fluitbouwer, fluitist en componist. Hij kwam uit een Frans geslacht van musici, fluitisten, hoboïsten en instrumentenbouwers uit het eind van de 17e en de eerste helft van de 18e eeuw. Jacques Martin was de belangrijkste telg. Aan hem worden belangrijke verbeteringen aan de fluit toegeschreven. Die kreeg hierdoor een warmere klank en meer expressiemogelijkheden. Jacques Hotteterre was ook een populaire leraar, hij schreef leerboeken voor fluit, blokfluit en hobo.

Jean-Féry Rebel (1661-1747)
Jean-Féry Rebel was een Franse violist en componist uit de barokperiode. Op 33-jarige leeftijd werd hij eerste violist van de Académie royale de musique, ook bekend als de Opéra. Rebel diende als hofcomponist bij Louis XIV en was maître de musique aan de Académie. Hij was een van de eerste Franse muzikanten die sonates in Italiaanse stijl componeerde. Veel van zijn composities worden gekenmerkt door een opvallende originaliteit, waaronder complexe tegenritmes en gewaagde harmonieën.